Campus ontwikkelen & innovatie vandaag de dag



Trends

Hier onder zijn de trends te vinden waarvan wij denken dat deze het meeste invloed hebben op de toekomst. Benieuwd naar alle 13 trends? Bekijk dan het Trendrapport Future Campus van SURF.

Trend 1: Opkomst van blended, hybride en online onderwijs



De opkomst van blended, hybride en online onderwijs is deels het resultaat van de versnelde digitalisering door de COVID-19-pandemie, die een grootschalige verschuiving naar online leren veroorzaakte (NOS, 2021; Turner, 2020; Nederlands Jeugdinstituut, 2021). Maar ook verregaande ontwikkelingen op het gebied van digitalisering maken het steeds beter mogelijk om het onderwijs niet alleen te laten plaatsvinden binnen de vier muren van een klaslokaal, maar ook om op andere geavanceerde virtuele manieren met elkaar te interacteren (zoals XR; EDUCAUSE, 2021).
 
Onder deze overkoepelende trend vallen een aantal onderliggende ontwikkelingen die het hoger onderwijs en de waarde van de campus blijvend veranderen. Zo is er een toename van afstandsleren (Onderwijsinspectie, 2020), waardoor onderwijsinstellingen een groter aantal studenten kunnen bedienen en studenten meer flexibiliteit kunnen bieden. Daarnaast is er een groeiend gebruik van digitale toetsing (Klinkenberg, 2019), wat kan leiden tot andersoortig ruimtegebruik. Verder worden fysieke en digitale leeromgevingen steeds verder met elkaar geïntegreerd in zogenaamde “hybride” settings. Denk verder aan de toename van open leermiddelen (Kennisnet, 2021; MBO Digitaal, 2020; Versnellingsplan, 2020), waardoor de toegang tot kennis wordt vergroot en onderwijs steeds toegankelijker wordt. Er is daarbij ook een steeds meer divers aanbod van typen onderwijs, zichtbaar in een groeiende diversificatie van onderwijsvormen. Al deze signalen dragen bij aan de opkomst van blended, hybride en online onderwijs. 

De COVID-19-pandemie maakte ook duidelijk hoe belangrijk (fysiek) sociaal contact is. De waarde van de campus verschuift van kennisoverdracht steeds verder naar co-creatie en interactie (Turner, 2020; Nederlands Jeugdinstituut, 2021). Hierdoor is er meer plek voor socialisatie en persoonswording2. Blended leren blijft zich verder ontwikkelen waarbij steeds wordt gekeken naar het verrijken van de leeromgeving door verschillende leeromgevingen met elkaar te verbinden (online, fysiek, blended, hybride). 

Deze trend heeft gevolgen voor de campusontwikkeling. Zo kunnen onderwijsinstellingen in hun campusontwerp overwegen om meer HyFlex-ruimtes3 en technologische infrastructuur te implementeren. Daarnaast kan de waarde van de campus nog verder verschuiven van een fysieke locatie waar formeel onderwijs plaatsvindt naar een broedplaats voor sociale en culturele interactie, co-creatie en innovatie. Dit kan leiden tot een herdefiniëring van de rol van de campus en tot nieuwe manieren om de studentenervaring te verrijken, zowel fysiek als digitaal. 


2 Persoonswording verwijst naar de subjectificatiefunctie van onderwijs. Dit is iets anders dan bildung of persoonsvorming, het gaat eerder over het worden van een subject dat zijn of haar eigen vrijheid leert verhouden tot die van anderen. 

3 Een HyFlex ruimte is een ruimte die faciliteert dat gebruikers gelijktijdig zowel fysiek als online kunnen participeren in het onderwijs. 

Trend 3: Verregaande flexibilisering en personalisering van onderwijs



Steeds verdere flexibilisering van onderwijs is een ontwikkeling die de toekomst van de campus in het onderwijs sterk beïnvloedt. Deze trend komt voort uit de groeiende erkenning van de diversiteit aan leerbehoeften en het belang van het bieden van gepersonaliseerde en activerende leerervaringen (Versnellingsplan, z.d.; Rijksoverheid, z.d.). Er zijn een aantal signalen dat mogelijk van invloed is op het doorzetten van deze trend, zoals een groeiende focus op certificering met badges en micro-credentialing (De Haagse Hogeschool, 2021; Alphens, 2021) en diversificatie en maatwerk dankzij nieuwe en adaptieve digitale technologieën (EDUCAUSE, 2022). Er is verder een groeiend aanbod van modulaire programma’s en persoonlijke leerpaden die inspelen op de behoeften en interesses van de studenten. Deze behoefte wordt steeds duidelijker (ScienceGuide, 2023). Vanuit deze ontwikkeling, ontstaan er steeds meer leeromgevingen die flexibel zijn opgezet ‘by design’, zowel fysiek als virtueel. Deze benaderingen stellen studenten in staat om onderwijs te volgen op een tijdstip, studietempo en locatie die passen bij hun eigen behoeften en interesses. Innovatieplatform MBO in 2030 (z.d.) voorspelt dat gepersonaliseerd leren de norm wordt en dat buitenschools leren aan belang zal winnen. 

Vanuit fysiek huisvestingsoogpunt vertaalt deze trend zich naar een steeds flexibelere en modulaire inrichting van ruimte, met aspecten als flexibel, comfortabel, lichtgewicht, intelligent en circulair meubilair (Brink et al., 2023). Dit omvat bijvoorbeeld hogere comforteisen zoals soft seating, in hoogte verstelbare tafels en stoelen die beweging activeren, en een variatie aan meubels zoals banken, treinzitjes, ronde en driehoekige tafels. Deze inrichting maakt het mogelijk om snel over te schakelen van instructie naar samenwerken en projectgroepen te vormen. 

Verbeterde ruimtelijke kwaliteit en efficiëntie zijn hierbij essentieel, waarbij verschillende ontwerp-en leerprincipes worden toegepast om een verscheidenheid aan ruimtes te creëren, zoals concentratie, samenwerking, instructie, informeel leren, ontmoeten en experimenteren. Ruimtes worden vormgegeven vanuit functies en activiteiten, waardoor er sneller verschillende onderwijsvormen binnen één onderwijsruimte gefaciliteerd kunnen worden5. Denk ook aan schuifwanden en groepsruimten, en een afwisseling tussen open leerruimtes, instructieruimtes, samenwerkingsruimtes en concentratiewerkplekken, die een effect kunnen hebben op leergedrag (Kennisrotonde, 2022). Toegankelijke ontmoetingsplekken met verschillende faciliteiten, zoals horecagelegenheden, buitenruimte, ICT-faciliteiten en multifunctionele ruimtes, dragen bij aan de sfeer en het huiskamergevoel (zie ook trend 4). Dit leidt tot andersoortige ruimtes die beter passen bij de verschillende soorten activiteiten. 


5 Zie bijvoorbeeld de Hybrid Active Learning Classroom van Universiteit Utrecht: https://www.uu.nl/en/education/future-learning-spaces/learning-spaces/hybrid-active-learning-classroom 

Trend 5: Steeds slimmere gebouwen en betere infrastructuur


Er zijn steeds meer ‘smart campus’-toepassingen zichtbaar in de praktijk. Deze trend komt voort uit de groeiende adoptie van geavanceerde technologieën in de infrastructuur en het beheer van gebouwen en faciliteiten (Hooijdonk, 2022, Valks et al., 2016). Er zijn verschillende signalen die wijzen op deze trend. Zo wordt ‘internet of things’ (IoT) steeds volwassener voor gebruik op grote schaal (Kennisnet, 2021). Denk hierbij aan het gebruik van sensoren, apparaten en netwerken om gegevens te verzamelen over het gebruik van ruimtes, gebouwen, energieverbruik, veiligheid en andere aspecten van de campusomgeving. Deze informatie wordt gebruikt om de efficiëntie, duurzaamheid en het comfort van de campus in zijn geheel en de beleving van campusgebruikers specifiek te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het multifunctioneel inzetten van ruimtes, zelfs in samenwerking met het werkveld8. Door toepassing van machine learning en AI kan deze data gecombineerd worden en kunnen nieuwe inzichten verkregen worden. Dit kan vervolgens in een digital twin worden gevisualiseerd t.b.v. simulaties of voorspellingen9
Maar ook is er steeds meer flexibilisering van roosteren, zodat de 
lesruimte beter aansluit bij de wens die ook kan fluctueren gedurende een lesperiode10. Dit levert ook efficiëntie op van de beschikbare ruimte op de campus, bijvoorbeeld als het gaat om bezetting en benutting (Last, 2022). Een stap verder is dat er steeds vaker onderzoek wordt gedaan naar de impact van de studieomgeving (temperatuur, CO2, licht, lichtkleur, etc.) op de resultaten van studenten of het welzijn van medewerkers (Gilav, 2016; Closs et al., 2022). Verder is er een toenemende inzet van robotica en AI voor procesautomatisering, zoals autonome robots voor schoonmaak en AI-gestuurde systemen voor energiebeheer en klimaatbeheersing (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2021). Dit verbetert de kwaliteit van de leer-en werkomgeving voor studenten en medewerkers. 


Deze trend beïnvloedt de campus van de toekomst aanzienlijk, onder meer door het herdefiniëren van hoe ruimtes worden gebruikt, het personaliseren van de leer-en werkomgeving, en het bevorderen van duurzaamheid en efficiëntie (zie trend 6). Het slimme campusconcept maakt het mogelijk om ruimtes te transformeren op basis van real-time behoeften en voorkeuren van gebruikers. 


8 Zie bijvoorbeeld de Brightlands Campus van Maastricht University: https://www.brightlands.com/brightlands-smart-services-campus/slimme-digitale-diensten-bij-brightlands 

9 Zo heeft de TU Delft een zogenoemde digital twin gerealiseerd: https://micd.tudelftcampus.nl/projects/ outdoor-mobility-digital-twin/ 


10 Avans Hogeschool heeft een ander roostersysteem ingevoerd: https://p5com.eu/rooster-student-voorop-stelt/ 

Trend 6: Groeiend belang van en inzet op duurzaamheid en groene campusinitiatieven



Steeds meer instellingen zetten in op een groenere, klimaatneutrale campus11. Er is zelfs een groeiende vraag naar onderwijsprogramma’s gericht op duurzaamheid en milieubewustzijn. Dit komt voort uit de toenemende bewustwording van de milieu-impact van gebouwen en digitale middelen, en de noodzaak om bij te dragen aan een duurzamere en meer verantwoorde wereld (TU Delft, 2019; Tilburg University, 2023; Hogeschool Leiden, 2018). 

Deze trend is onder meer zichtbaar in de toename van energiebesparende maatregelen en CO2-neutrale leeromgevingen, zoals energiezuinige verlichting, betere isolatie, slimmere klimaatbeheersing en milieuvriendelijke virtuele toepassingen (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, z.d.; Rijksoverheid, z.d.). Zo heeft bijvoorbeeld de universiteit Maastricht de algemene temperatuur met een graad verlaagd, om daarmee de ecologische voetafdruk te verminderen en bij te dragen aan het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen (Maastricht University, 2018). 

Met de inzet van nieuwe technologieën zoals zonne-energie en hernieuwbare energiebronnen in combinatie met IoT-apparaten, wordt het energieverbruik geoptimaliseerd. Maar denk ook aan circulair inrichten van de leeromgeving, middels refurbishing, recycling en hergebruik van bestaande materialen (Universiteit Utrecht, 2023). Veelal wordt dit steeds vaker in samenwerking met studenten en het bedrijfsleven gedaan12.

Tot slot is er een toename zichtbaar van natuurlijke ecosystemen op de fysieke campus, zoals groene daken, verticale tuinen en andere vormen van stedelijke vergroening (Erasmus University Rotterdam, z.d.; Stabiel Management, z.d.). Deze initiatieven dragen bij aan de biodiversiteit op de fysieke campus.

Deze trend heeft gevolgen voor campusontwikkeling, zowel fysiek als online. Fysiek kan dit leiden tot de integratie van duurzame ontwerpprincipes en groene technologieën in de bouw en renovatie van gebouwen en faciliteiten, evenals de aanleg van meer groene en natuurlijke ruimtes op de campus. Online kan dit leiden tot de ontwikkeling van digitale platforms en systemen die energie-efficiëntie en duurzaamheid bevorderen, zoals het gebruik van groene datacenters en het stimuleren van virtuele samenwerking om de CO2-uitstoot van reizen te verminderen. 


11 Zie bijvoorbeeld de EUR en UTwente. 

12 Zie bijvoorbeeld de Chemelot Circular Hub van de Brighlands Campus en het Practoraat Circulaire Regionale Economie.

Trend 7: Verregaande digitalisering en dataficatie van onderwijs en de leer-/werkomgeving


De trend van verregaande digitalisering van onderwijs is een duidelijk waarneembare. Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en het onderwijsveld wordt blootgesteld aan nieuwe mogelijkheden – soms zelfs disruptief. Er zijn drie signalen die hierbij specifiek een rol spelen: de snelle opkomst van generatieve AI, de toename in het gebruik van immersieve technologie, toenemende dataficatie van het onderwijs en steeds betere technologie om de fysieke leeromgeving te integreren met de virtuele leeromgeving. Het wordt daarom steeds belangrijker om de campusinfrastructuur aan te passen aan de digitale behoeften en mogelijkheden. Dit omvat onder meer de integratie van digitale tools en apparatuur in onderwijs, zoals interactieve whiteboards, tablets, laptops en digitale leeromgevingen, maar ook in flexibele onderwijsruimtes voor blended en hybride onderwijs.

Generatieve AI13 is aan de orde van de dag. Steeds meer toepassingen vinden hun weg naar het onderwijs, zoals te zien is in de explosie van nieuwe AI-tools. Dit komt voort uit de groeiende capaciteiten van kunstmatige intelligentie om complexe en creatieve taken uit te voeren, die voorheen alleen door mensen konden worden gedaan (Europees Parlement, 2020). Hieruit volgt dat er steeds meer inzet van AI komt voor het ondersteunen van leer-en werkprocessen (SURF, 2023). Denk aan het gebruik van ChatGPT om leeruitkomsten te formuleren, quizvragen te maken of aan het geven van feedback aan studenten. Dit kan leiden tot een efficiënter en effectiever leerproces, waardoor docenten zich meer kunnen richten op sociaal contact, co-creatie en interactie. Tegelijkertijd heeft de technologie ook serieuze keerzijdes, zoals bedreiging van publieke waarden, privacyvraagstukken, een sterke afhankelijkheid van big tech en digitale ongelijkheid (Wess, 2019; Europees Parlement, 2022). Deze ontwikkelingen hebben mogelijk invloed de waarde van de campus – of fundamenteel de manier waarop onderwijs plaatsvindt. Dit beïnvloedt vervolgens de inrichting van de fysieke en virtuele campus. 

De laatste jaren zien we ook een toename in het gebruik van immersieve technologie in het onderwijs (SURF, 2022). Deze steeds betere XR-technologieën (extended reality; koepelterm) zoals VR (virtual reality), MR (mixed reality) en AR (augmented reality), bieden studenten een interactieve leerervaring die verder gaat dan andere leertechnologieën. Deze technologieën zijn op het moment nog relatief duur en er is nog weinig onderwijscontent voor beschikbaar, wat maakt dat er nog niet op grote schaal les wordt gegeven met behulp van bijvoorbeeld VR-brillen (Kennisrotonde, 2018). Er is wel een signaal waarneembaar dat de hardware steeds betaalbaarder en schaalbaarder wordt (Statista, 2021). Een nieuwe trend die regelmatig voorbijkomt in trendverkenningen is de ontwikkeling van het metaverse (Future Today Institute, 2023). De ‘metaverse’ is een uitgebreide virtuele wereld waarin mensen via avatars kunnen communiceren, leren en creëren14. Ideeën over wat de metaverse is lopen uiteen. Vaak wordt het beschreven als een gedecentraliseerd en open ecosysteem van 3D-werelden en -omgevingen. Voor het onderwijs biedt de metaverse kans om op een innovatieve en boeiende manier, door middel van interactieve en immersieve ervaringen, onderwijs aan te bieden (EdSurge, 2022). 

Verder is er het signaal van steeds meer dataficatie van het onderwijs, wat inhoudt dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van verzamelde data om het onderwijs te verbeteren (SURF, 2022). Onder de noemer learning analytics wordt data over het leerproces wordt data verzameld, bijvoorbeeld uit de digitale leeromgeving. Deze studiedata brengen het gedrag en de prestaties van studenten in kaart zodat ze vervolgens geanalyseerd worden om inzicht te krijgen in het onderwijsproces (Kennisnet, 2018). Met deze data kan het leerproces verbeterd worden. Learning analytics maakt het mogelijk om inzicht te krijgen in welke onderwerpen de meeste aandacht nodig hebben, welke leerstrategieën het beste werken en welke factoren van invloed zijn op het succes van de studenten. Het gebruik van data in het onderwijs kan bijdragen aan gepersonaliseerd leren (SURF, 2022). Door middel van learning analytics kan er inzicht verkregen worden in de individuele prestaties, behoeften en interesses van studenten. Hierdoor kan er aangepaste feedback, instructies en content gegeven worden die beter aansluiten bij de individuele leerbehoeften van studenten. 

Tot slot is er steeds betere technologie beschikbaar om de fysieke leeromgeving te integreren met de virtuele (EDUCAUSE, 2023; SURF, 2023). Zo zijn er bijvoorbeeld telepresence ruimtes, die faciliterend zijn voor interactieve bijeenkomsten waarbij studenten zowel geheel online zijn (in de virtual classroom) als (deels) offline. Een ruimte waar interactief, studentgericht leren centraal staat en door haar opstelling actief leren stimuleert. Een voorbeeld is de Hybrid Active Learning Classroom van Universiteit Utrecht15. Bovenstaande technologische ontwikkelingen kunnen in potentie een grote invloed hebben op de campus van de toekomst, al is hier ook nog een belangrijk samenspel met de veranderbekwaamheid van instellingen (zie trend 10). 


13 Generatieve AI-tools kunnen invoer zoals tekst, afbeelding, audio, video en code analyseren en op basis daarvan volledig nieuwe inhoud genereren in een andere genoemde modaliteit.

14 Er is geen universele definitie van de metaverse. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de herkomst en betekenis: https://www.rathenau.nl/nl/digitalisering/wat-de-metaverse# 

15 Zie: https://www.uu.nl/en/education/future-learning-spaces/learning-spaces/hybrid-active-learning-classroom 

Trend 8: Groeiend belang van ethisch bewustzijn en waarborging van publieke waarden rondom technologiegebruik in onderwijs


Er is een groeiend belang van bewustzijn rond de ethische implicaties van technologie in het onderwijs (SURF, 2021). Onderwijsinstellingen erkennen dat technologie niet neutraal is en dat er extra inspanningen nodig zijn om de bescherming van publieke waarden zoals rechtvaardigheid, menselijkheid en autonomie te waarborgen (SURF, 2021). Het publieke onderwijs moet transparant, toegankelijk en inclusief zijn. 

Een aantal grote spelers in de technologiesector (big tech) is bezig terrein te winnen in het onderwijs, wat kan leiden tot monopolies, beperking van concurrentie en een verminderde soevereiniteit over bijvoorbeeld studentendata. Er zijn zorgen over privacy, eigenaarschap van data en autonomie van instellingen, studenten, docenten en onderzoekers. Onderwijsinstellingen kijken daarom kritisch naar welke producten ze bij big tech willen afnemen en wanneer ze liever open source producten gebruiken (Werkgroep Publieke Waarden Onderwijs, 2020). Ook SURF speelt hier een belangrijke rol, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een leergang rondom publieke waarden16. Een ander mooi voorbeeld van een signaal is de oproep tot actie in een column van verschillende rectoren in het hoger onderwijs17. De EU werkt aan regelgeving om de macht van big tech in te perken en digitale soevereiniteit van Europese burgers te versterken (Stichting van het onderwijs, z.d.). 

In het onderwijs zie je toenemende aandacht voor “responsible tech”, een term voor een beweging waarbij technologie ontworpen en geïmplementeerd wordt op een manier waarop publieke waarden beschermd worden (Accenture, z.d.). Ten slotte wordt er door onderwijsinstellingen geïnvesteerd in de professionalisering van de domeinen privacybescherming en cybersecurity (SURF, 2021). 


16 Zie: https://www.surf.nl/agenda/leergang-werken-aan-waarden-in-digitalisering 

17 Zie: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/digitalisering-bedreigt-onze-universiteit-het-is-tijd-om-een-grens-te-trekken~bff87dc9/ 


Trendrapport

Dit SURF-trendrapport beschrijft dertien belangrijke trends die van invloed zijn op de ontwikkeling van de campus in het moo, hbo en wo in 2040. Waardevol voor het ontwikkelen van toekomstscenario's ('futuring')!

De trends zijn door verschillende experts opgesteld vanuit onderwijskundig, technologisch en huisvestingsperspectief.