Het ‘Ineenstorting’-scenario
Verval, in de schaduw van big tech
Het is 2040 en Emma ontwaakt in haar kleine, betonnen kamer. Ze checkt haar oude smartphone en wordt door een emotieloze AI-tutor geïnformeerd over haar dagindeling: online meetings en een college op de campus. De rol van de docent is gemarginaliseerd; AI-gestuurde programma's leveren onpersoonlijk onderwijs waar door gebrek en mankracht en middelen menselijke interactie aan ontbreekt. Na een moeizame online sessie fietst ze naar de ver gelegen campus, met verwaarloosde faciliteiten en gebouwen in verval, fantaserend over hoe haar jeugdvriendin een traineeship loopt bij een groot bedrijf waar zij zelf helaas niet voor in aanmerking komt. Er is sprake van groeiende economische ongelijkheid, waarbij onderwijs een luxe is geworden, gedomineerd door techreuzen. De digitale wereld is vol gevaren, wat wantrouwen en angst veroorzaakt.
In 2040 zien we een wereld waar technologische afhankelijkheid en de macht van techgiganten domineren. Het publiek onderwijs worstelt met verouderde faciliteiten en een gebrek aan middelen, terwijl private, door techbedrijven gefinancierde instellingen opbloeien. Hierdoor groeit de sociale en economische kloof. De kwaliteit van het onderwijs is gedaald, en er is sprake van een sterke nadruk op efficiëntie in plaats van welzijn. Docenten zijn naar de achtergrond gedrongen, terwijl AI en digitalisering de voorgrond innemen, wat leidt tot een verlies van de menselijke touch. De fysieke campussen van publieke instellingen zijn in een staat van verval, en de virtuele leeromgeving haalt het niet bij de commerciële aanbieders. Zo is er een sterke tweedeling ontstaan tussen de faciliteiten van rijke techbedrijven en die van de publieke sector. Zo zijn er private campussen opgericht die exclusief en alleen toegankelijk zijn voor de elite. Technologische dominantie en sociale aftakeling gaan hand in hand.
- Onbeheersbare groei van technologie en afhankelijkheid.
- Toenemende sociale en economische ongelijkheid.
- Kwaliteitsverlies in onderwijs, onder meer door te weinig bronnen.
- Persoonlijke betrokkenheid en verbinding is verdwenen.
- Tweedeling tussen rijke techbedrijven en de rest.
- Fysieke campus sterk verouderd en in verval.
- Macht bij enkelen bedreigt autonomie.
- Diploma’s verliezen waarde en relevantie.
- Virtuele omgevingen als norm, gedomineerd door techbedrijven.
- Welzijn staat sterk onder druk.
Om dit scenario beter te doorgronden, helpt het om haar kenmerken tot extremen door te denken. Wanneer we dit doen, komen we uit op de volgende aspecten:
Technologische wildgroei: De menselijke maat is volledig zoekgeraakt.
Sociale fragmentatie: De samenleving is volledig gedesintegreerd.
Educatieve ineenstorting: Onderwijsinstellingen zijn veranderd in vervallen en verlaten ruïnes.
Afwezigheid van privacy: Elk aspect van het leven is transparant en wordt gemonitord.
Economisch nihilisme: Geld is waardeloos geworden, en mensen zijn volledig afhankelijk van door bedrijven verstrekte credits, die worden verdiend door diensten en data.
Ecologische crisis: De natuurlijke omgeving is onherstelbaar beschadigd door jaren van exploitatie en verwaarlozing.
Onvoorziene en disruptieve veranderingen die dit scenario enorm kunnen beïnvloeden:
Gedigitaliseerde menselijkheid: Menselijke ervaringen en emoties zijn volledig omgezet in data.
Onderwijs is failliet: Verbreding van ongelijkheid en verlies van collectieve kennis.
Algoritmische discriminatie: Systematische discriminatie en beperkte toegang tot onderwijs.
Hyperinflatie van diploma's: Verlies van vertrouwen in de waarde en relevantie van kwalificaties.
Massale werkloosheid: Economische stagnatie en een crisis in professionele identiteit